Dag 28 (29 mei)  E.C. Manning Provincial Park, BC

Het zonnetje scheen al weer lekker toen we wakker werden en daarom konden we ook heerlijk buiten ontbijten, ware het niet dat we ons eerst volledig moesten impregneren met deet omdat we anders na het ontbijt niet meer zouden bestaan door de vele muggen. Alhoewel we richting het eindpunt gaan genieten we nog van de laatste dagen en vooral van het prachtige weer waar we eigenlijk niet op gehoopt hadden. Na het ontbijt waren we in no time gereed om te vertrekken en zwaaiden we de Nederlandse buren nog even gedag. Vandaag wordt het een behoorlijke reisdag. Allereerst tankten we onze camper af, omdat hier de benzine nog vrij goedkoop is en kochten we in de supermarkt nog een flesje Deet voor onze oudste zoon. Hij gaat over een paar maanden hiken in Noorwegen en ook daar zullen de vliegen met hem zijn. Dit spul werkt erg goed en daar zal hij dan ook blij mee zijn.

Een Boodschapje en Aftanken

Ter plaatste zagen we nog een gave oldtimer en Gert probeerde nog via het internet van de supermarkt de reisblog online te krijgen.  Maar helaas lukte dat niet. We moeten dit onderweg dan maar ergens proberen als onze provider weer live is. 

Cool Car

Kilometervreten en Pauze

Het eerste deel van de tocht viel nog mee. We reden door bossen en heuvels met prachtige meren, maar daarna volgde een stuk met heel veel bergwegen waarbij Pleuni toch behoorlijk moest rijden om niet uit de bocht te vliegen. Hellingen met soms wel 13% was heel gewoon en dat leverde met name voor de vrachtwagens soms problemen op. We hebben er wel een aantal aan de kant zien staan die het opgegeven hadden. In een heel klein plaatsje hebben we een plekje gezocht om de reisblog online te zetten. Dat kostte wel veel tijd maar het is gelukt. Na ruim een half uur vervolgden we onze hobbel weg weer. We kwamen door een prachtige vallei, de Nicola Valley, en keken onze ogen uit. Hier is er veel landbouw en fruitteelt. Het wordt ook wel de subvallei van de Okanagan genoemd. Prachtig om te zien. Uiteindelijk voegden we in op de 1, de trans Canadian Highway, en dachten we even rustiger te kunnen rijden. Dit deel van de highway was echter zo slecht dat we na een uur niet meer wisten of al onze botten nog wel op z’n plek zaten. Dit is een rijksweg ja…. er zaten gaten in waar je van schrikt en enorme rij sporen die de camper en ook de vrachtwagens deden dansen op de weg. Uiteindelijk gingen we weer lokaal rijden op de 5. Pleuni was intussen behoorlijk moe van het rijden en we hadden echt een pauze nodig. Gert zag een bordje staan met een recreatie mogelijkheid bij het meer en we besloten daar naar toe te gaan. Off road (smal, ongelooflijk smal, stijl en dan nog niet eens geasfalteerd) reden we zo’n 1,5 kilometer (en we kunnen zeggen dat dit een lange 1.5 kilometer was) en kwamen we bij een echt prachtige plek. Hier konden we de camper keren om de terugtocht later weer te aanvaarden en besloten we ook te stoppen. We maakten de lunch klaar, zetten de stoeltjes lekker in de schaduw en genoten van de rust en de prachtige plek. Een eenzame visser was een tijdje ons enige vermaak. We namen de tijd voor de lunch omdat we toch al een behoorlijk stuk hadden afgelegd. Er stond nog 140 kilometer te gaan. We hadden dus al ruim 200 kilometer gereden.

Tak a Break

Kilometervreten Deel 2

We vroegen ons af of we nog wel droog op de campground zouden aankomen. Gelukkig is de camper waterdicht dus daar hoeven we ons geen zorgen om te maken. Nadat we weer verder gereden waren moesten we na 30 kilometer een afslag nemen en moesten we meer provinciaal gaan rijden. Wat ons opviel is dat een provinciaal weggetje hier nog meer rijbanen heeft dan de A15. Canadezen pakken alles denken we iets groter aan. Deze weg ging in eerste instantie ook door landbouw gebieden maar al snel veranderde dit en reden we een compleet berggebied in. De wegen werden hier ook weer smaller en vooral slechter. Bocht na bocht, hellingen en dan weer enorme dalingen. Rijden was nu echt werken. Tel daarbij op dat de onweersbuien op het punt stonden om los te barsten en dat er dus ook veel wind in de smalle vallei stond dan weet een camperrijder dat je echt moet opletten en hard moet werken. Nadat we over het laatste stuk ongeveer 3 uur gereden hadden, draaiden we om 5 uur de campground op.

Driving Part 2

Mule Deer Campground

We hadden gereserveerd en hoefden ons niet te registreren en konden daarom meteen door rijden naar ons plekje. Het was een schitterend plekje, aan een klein riviertje met veel zon. Dat maakte alles weer goed. We zetten de stoeltjes buiten, pakten we wat te drinken en genoten van de natuur. We voelden ons echt bevoorrecht om hier te mogen staan. Nadat we lekker hadden gerust, maakten we het eten klaar en aten dat heerlijk in het zonnetje op. Reisblog maken, dat hoefde niet want we hadden geen streepje internet. Gert besloot daarom lekker te genieten van de zon en zal morgen pas de foto’s gereed maken. Toen het kouder begon te worden, maakten we ons vuurtje aan en we bleven tot 23 uur lekker buiten zitten. Daarna was het douchen en naar bed. Morgen moeten we de camper schoonmaken en de koffers weer inpakken. Jammer dat we weer terug moeten maar we vinden het ook wel weer leuk om onze kinderen weer te zien. Weltrusten voor nu.

Driving Part 2